‘Patroon van de Amazone’ verfoeide slavernij
Geschreven portret Peerke Donders in Surinaams Bisdomblad ‘Omhoog’
Op geen mis te verstane manier heeft bisschop Karel Choennie van Suriname in het Surinaamse bisdomblad ‘Omhoog’ zijn menig gegeven over het feit dat in Nederland geen spijt wordt betuigd voor het slavernijverleden.
Nadat hij heeft beschreven hoe Peerke Donders gruwde van de zweepslagen die tegen betaling aan de staat aan slaven (hij gebruikt nooit het woord slaafgemaakten) werden toegediend achter Fort Zeelandia (deze plek kun je nog altijd bezoeken), stelt bisschop Choennie: ‘De gruwelijkheden bonden plaats in naam van de koning der Nederlanden. Het is voor mij daarom onbegrijpelijk, dat vooraanstaande Nederlandse politici zich in allerlei bochten wringen om geen spijt te betuigen of excuses aan te bieden voor het leed dat de Nederlandse staat berokkend heeft. Het is beslist onvoldoende om te zeggen dat het andere tijden waren. Misschien hebben de politici de brieven van Petrus Donders nooit gelezen. Dan wordt het de hoogste tijd. De koning zou zich hierover eens moeten uitspreken.’
Bisschop Karel Choennie schreef een portret over Peerke Donders op verzoek van het tijdschrift Gerardus. Dit wordt door de redemptoristen uitgegeven. De hoofdredacteur is Henk Erinkveld, bestuurslid van de Stichting Petrus Donders Tilburg. Het geschreven portret is in twee afleveringen gepubliceerd. Wie de totale tekst wil lezen (een aanrader) kan deze opvragen bij coördinator Esther Becx van het Peerke Donders Paviljoen, info@peerkedonders.nl.
Zeer behartenswaardig voor de Nederlanders is ook hoe Peerke Donders tegenwoordig (onder meer) wordt gezien in Suriname. Veel meer dan in Nederland is de bevolking verontrust over de aantasting van het Aamazonegebied. De leprakolonie Batavia waar Peerke Donders het grootste deel van zijn leven werkte ligt in de Amazone. Bisschop Karel Choennie noemt de Tilburgse missionaris de ‘Patroon van de Amazone’. ‘Hij (Peerke Donders red.) blijft mij inspireren, zeker nu de Amazone bedreigd wordt door dezelfde hebzucht waarvan hij een afschuw had.’