Begenadigd verteller Jan van Eijck over cholera, tyfus en Spaanse Griep
Epidemieën in Tilburg en Brabant, lezing bij Peerke Donders
In het Peerke Donders Paviljoen – Peerke Donders Park 3 in Tilburg – geeft Jan van Eijck op zondag 22 augustus een lezing over epidemieën in Brabant in de negentiende en de twintigste eeuw. Goirlenaar Jan van Eijck is niet alleen een zeer deskundig, maar ook een begenadigd verteller. Zijn toehoorders weet hij van de eerste tot de laatste minuut te boeien. In verband met de coronaregels mogen we maar een bepaald aantal mensen tegelijkertijd ontvangen. Door de vlotte aanmeldingen is deze lezing nu volgeboekt.
De lezing is georganiseerd in het kader van de huidige tentoonstelling in het Peerke Donders Paviljoen. Deze zeer interessante expositie vertelt de geschiedenis van de zorg in Tilburg. Als gevolg van corona was deze tentoonstelling geruime tijd niet te bezoeken, maar nu zijn de bezoekers weer van harte welkom.
De tentoonstelling ‘Van Pest tot Corona’ leert dat de Tilburgers eeuwenlang om de zoveel tijd werden geteisterd door epidemieën. In het collectieve geheugen gegrift is bijvoorbeeld de pokkenuitbraak in 1951. In 1871 hield deze ziekte ook huis onder de Tilburgers. Een paar jaar eerder, in 1867, heerste cholera in Tilburg dusdanig dat de opening van het Bels Lijntje er door moest worden uitgesteld. Op al deze zaken en nog veel meer gaat Jan van Eijck in tijdens zijn met historische foto’s verluchtigde lezing.
Jan van Eijck (71) werd geboren in Alphen NBr. Hij studeerde geneeskunde in Nijmegen en werkte 34 jaar in de GGD-wereld. Zelfs dit jaar stond hij nog aan de vaccinatiedesk te werken in Tilburg en Waalwijk, ‘om dat vervelende Coronavirus onder de duim te krijgen’, aldus Jan van Eijck. Naast zijn werk is hij ook al jarenlang een verwoed heemkundelid in Alphen en Riel en in Goirle. Sinds 1984 is hij conservator van het Museum De Dorpsdokter in Hilvarenbeek. Jan van Eijck laat de aanwezigen na zijn verhaal met al die ellende ook een beetje troost proeven: ‘Alles komt goed’, belooft hij, ‘want dat is altijd zo geweest.’